Bunkeren

Arbo handreiking

Nog niet ingediend Deze inhoud is onderdeel van de Arbo handreiking, maar nog niet ingediend voor goedkeuring als onderdeel van de Arbocatalogus.

Bunkeren van gasolie / dieselolie / smeerolie / LNG voor eigen gebruik

 

Inleiding

In de binnenvaart komt men er niet onderuit om brandstof in te nemen voor het machinebedrijf  bestemd voor de operaties van de schepen als varen, laden, lossen en de stroomvoorziening aan boord.

Het ligt aan de grootte van de bunkers van een schip, om vaak  er brandstof ingenomen moet worden, oftewel te ‘bunkeren’.  De hoeveelheid die men in neemt kan afhankelijk zijn van de reis die het schip gaat doen, de waterstand op de rivier, de prijs, leverancier, etc.

Innemen van brandstof kan via een bunkerstation of varend waarbij de bunkerboot langszij komt en  tijdens de vaart de brandstof over pompt.

 

LNG, buiten scope

Voor de inname van LNG zijn speciale plaatsen aangemerkt waar men deze “nieuwe” brandstof in kan nemen in verband met de gevaren die hier aan zitten. (LNG = Liquefied Natural Gas = vloeibaar gemaakt gas).

Daar hiervoor aparte wetgeving is en men een speciale opleiding dient te volgen, wordt het onderwerp LNG in de Catalogus (nog) niet beschreven.

 

Wat zijn de risico’s?

Voor de inname van brandstof zijn er diverse gevaren en risico’s die in onderstaande tabel, evenals preventieve maatregelen zijn weergegeven:

 

Gevaar

Risicofactor

Risico

Preventieve maatregel

CMR eigenschappen van gasolie

Blootstelling aan gasolie; besmetting met de stof (handen, inademing)

gezondheidsschade, kans op ziekte

Draag geschikte handschoenen en kleding bij bunkerwacht en aan-en afkoppelen.

Bunkers hebben bepaalde capaciteit

Verkeerde inschatting tankgrootte

Overvullen van bunkers; oliespill, milieuschade oppervlaktewater

Afspraken maken en op bunkercontroleformulier vastleggen
BOBS overvulbeveiliging aansluiten, denk aan de juiste BOBS bij de juiste tank

Te water kunnen raken

Overboord vallen bij meren/ontmeren/varend bunkeren

Verdrinken, beknelling, letsel, dood.

Voorkom overstappen, zorg voor een goede toegang. Draag een reddingsvest

Bunkeren van gasolie, smeerolie en  water met dezelfde aansluiting

Aansluiten van vulpistool op de verkeerde bunkeraansluiting

Contaminatie, overvulling, explosie, oliespill, letstel, dood

Gebruik van separate/verschillende koppelingen en /of verschillende maten.  Markeer de leidingen met unanieme kleurencode. Gebruik bunkercontrolelijst

Hoge vullaadsnelheid

Laadsnelheid te hoog t.o.v. ontluchtingscapaciteit bunkers; druk op pijlschalen en wanden bunkers

Lekkage in het schip, lekkage overboord, oliespill, milieuschade oppervlaktewater

Spreek de maximale laadsnelheid af en leg vast op bunkercontrolelijst

 

 

 

Maatregelen om de risico’s te beperken

Installeer op de vulleiding een standaard koppelingen zoals een Elaflex koppeling ( ZIE BIJLAGE Elaflex TW koppeling) en gebruik verschillende maten voor de gas- smeerolie en drinkwater aankoppeling. Geef de vulleiding een kleur zoals genoemd in het kleuren diagram van de EBU

 

Alvorens over te gaan tot het innemen van de bunkerbrandstof dient men de beginstanden van de bunkers op te nemen. Overleg met de gezagvoerder wat het maximale niveau is tot waar men de bunkers kan opvullen. Benoem een bemanningslid als bunkerwacht.

 

Sluit de cross-over tussen de bunkers indien deze open staat en vul de bunkers afzonderlijk op.

Stel met de leverancier een bunker-checklist op zodat voor de leverancier duidelijk is hoe er wordt gebunkerd en wat het maximale volume en pompsnelheid is dat ingenomen moet worden (RPR Art. 15.06).

 

Sluit het Bunker Overvul Beveiliging Systeem (BOBS) aan. Overtuig u er van dat de ontluchting van de bunker open is. Dit kan worden gecontroleerd bij begin pompen van het product.

Plaats het vulpistool op- of in de vulopening. Indien een Elaflex koppeling wordt gebruikt die op de vulopening zit, controleer dan of het vulpistool goed is vastgezet.

 

Wordt geen vaste koppeling gebruikt, draag er dan zorg voor dat het vulpistool zodanig wordt geplaatst dat deze kan worden vastgezet met een kettinkje of touwtje zodat het vulpistool niet uit de vulopening komt als de pomp in werking wordt gezet of de pompsnelheid wordt opgevoerd.

 

Zorg dat er tijdens het brandstof innemen geen water bij de brandstof komt zodat bacteriële vervuiling niet kan ontstaan. Controleer vooraf en na levering de bunkers op water via de water aftap op de bunker.

 

 

 

Leg de afgesproken hoeveelheid vast op de bunkerovereenkomst. Voorbeeld van de inhoud van een Bunkercontrolelijst, waarin de noodzakelijke afspraken worden vastgelegd:

 

                                               

Bunkerovereenkomst

Schip

Bunker-

boot /station

1

Is de communicatie afgestemd?

 

 

2

Zijn de hoeveelheden per bunkertank afgesproken?

 

 

3

Is er een bunkerwacht aanwezig?

 

 

4

Is de volgorde van de bunkeren afgesproken?

 

 

5

Is de pompsnelheid afgesproken?

m3 /

per uur:

 

 

6

Is het bunker-overvulbeveiliging systeem  aangesloten (BOBS) voor iedere bunker?

 

 

7

Is de vaarsnelheid afgesproken (bij bunkeren tijdens de vaart)

 

 

8

 

 

Gasolie bunker:

BB-Achter

SB-Achter:

Voorschip:

 

 

Beginstand

Te vullen hoeveelheid:

Totaalniveau:

Maximale inhoud:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

9

Smeerolie bunker

Achterschip

Voorschip

 

Beginstand

Te vullen hoeveelheid:

Totaalniveau:

Maximale inhoud:

               

 

 

 

               

 

 

 

               

 

 

 

 

 

 

 

 

               

 

 

Milieu risico’s

Vóór het bunkeren van gasolie moeten in de binnenvaart de BOB’s (Bunker Overvul Beveiliging) worden aangesloten alvorens het bunkerstation of bunkerboot de pomp kan starten.

Indien deze BOB’s niet zijn verbonden met het ontvangende schip, kan de pomp van de leverancier normaliter niet worden gestart.

 

Iedere brandstofbunker aan boord met uitzondering van de smeeroliebunker zijn volgens de bouwvoorschriften voorzien van deze BOBS beveiliging. Markeer de BOBS aansluitingen welke aansluiting voor welke gasoliebunker is geïnstalleerd.

Geef de vulaansluiting een kleur zoals volgens EBU kleurcode.

Borg de doppen van de andere vulopeningen zoals de vulleiding van smeerolie bunker en drinkwater tank.

 

Meestal is de drinkwatertank kleiner dan de gasoliebunkers en kan het opgegeven aantal liters hier niet in. Ditzelfde geldt ook voor de smeeroliebunker. Indien de slangen verkeerd worden aangesloten is de kans groot dat bij het vullen er een overloper ontstaat. Bij tanks zonder BOBS spuit dit dan met grote snelheid uit de ontluchting en kan men met de brandstof in aanraking komen en het oppervlakte water verontreinigen.

 

Houdt spill materiaal beschikbaar en sluit de openingen naar buitenboord van bijvoorbeeld de boeiing zoveel mogelijk af om bij een overloper het product in te dammen en binnenboord te houden. Plaats eventueel een lekbak onder de ontluchting als dit mogelijk is.

 

Afbeelding: Voorbeeld BOB aansluiting ingang machinekamer

 

 

Explosie door verkeerd aansluiten bunkerslangen

Het is al eens voorgekomen bij een containerschip dat bunkerde en per ongeluk de gasolieaansluiting op de smeeroliebunker is geplaatst, dat de ontluchting van de smeerolietank (1 m3) overliep. De ontluchting van het tankje bevond zich in de machinekamer en een nevel gasolie spoot de machinekamer in.  Een draaiende motor zoog het explosieve mengsel naar binnen en een heftige explosie was het gevolg.

 

 

 

Blootstelling dampen en in aanraking komen met de vloeistof

Tijdens het bunkeren worden de dampen van de gasoliebunker via de ontluchting naar de buitenlucht afgevoerd. Via de huid of inademen komt men met deze dampen in aanraking.

Probeer tijdens het bunkeren zoveel mogelijk bovenwinds te blijven en draag de juiste PBM’s als overall en handschoenen. Vermijdt zoveel mogelijk het in aanraking te komen met de brandstof.

Vraag aan de brandstof leverancier een recent MSDS.

 

 

 

Te water raken bij meren- en ontmeren bij varend bunkeren

Indien varend wordt gebunkerd zal de bunkerboot meestal op het achterschip vast maken. Door de bemanning van het schip dat gebunkerd moet worden, wordt er meestal assistentie verleend. Draag altijd een reddingsvest en gebruik het meergerij vanaf het te bunkeren schip.

Indien ook op het voorschip gebunkerd moet worden, volg dan dezelfde procedure als op het achterschip om te voorkomen dat een bemanningslid te water raakt en gebruik een tros die ruim voldoende breeksterkte heeft.

Bij lege schepen is varend bunkeren meestal nog wat moeilijker daar je dan met de hoogte van het lege schip zit. Probeer dan de voortros naar de bunkerboot langer te zetten zodat de hoek van de voortros niet te steil is en de lengte van de voortros de golven opvangt.

 

 

Foto: Varend bunkeren

 

Maatregelen bij het meren langszijde bunkerstation op stilstaand- en stromend water

Bij het bunkeren langszijde een bunkerstation zijn er bij het meren en ontmeren en aan boord gaan van het bunkerstation, risico’s om te water  te raken. Draag altijd een reddingsvest.

Zorg dat uw schip goed wordt afgemeerd en houdt rekening met passerende schepen.

Indien op de rivier wordt afgemeerd langszijde een bunkerstation, komt het geregeld voor dat een duwstel, koppelverband of groot motorschip voorbij vaart wat de nodige zuiging veroorzaakt.

Zet alvorens af te meren een anker of gebruik de spudpaal als het schip hiermee is uitgerust zodat niet het volledige gewicht op het bunkerstation komt. Aan boord van het bunkerstation kan dit op borden zijn aangegeven dat anker zetten een verplichting is.

 

In aanraking komen met product gasolie en de maatregelen die genomen moeten worden

Indien men tijdens het bunkeren toch in aanraking komt met het product, neem dan de volgende eerste hulp maatregelen:

 

Inademing :      
In de frisse lucht brengen. Als er geen snel herstel optreedt, naar dichtstbijzijnde ziekenhuis brengen voor verdere behandeling.

Contact met de huid :  
Verwijder verontreinigde kleding. Spoel onmiddellijk gedurende ten minste 15 minuten met grote hoeveelheden water, daarna, indien aanwezig, wassen met water en zeep. Bij het optreden van roodheid, zwelling, pijn en/of blaren vervoeren naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis voor een verdere medische behandeling.

Contact met de ogen :  
Spoel het oog uit met grote hoeveelheden water. Bij blijvende irritatie medische hulp inroepen.

Inslikken :          
Bij doorslikken niet laten overgeven: vervoer naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis voor verdere behandeling. Bij spontaan overgeven, houdt het hoofd tussen de knieën om inademing te voorkomen. Indien een van de volgende met vertraging optredende verschijnselen of symptomen zich binnen 6 uur voordoen, het slachtoffer overbrengen naar de dichtstbijzijnde medische inrichting: koorts van meer dan 38.3°C, kortademigheid, beklemming op de borst of aanhoudende hoest of piepende ademhaling. Niets laten innemen.

Zelfbescherming van de persoon die eerste hulp verleent : Zorg er bij het bieden van eerste hulp voor dat u de geschikte persoonlijke beschermingsuitrusting draagt die van toepassing is op het incident, het letsel en de omgeving.

Belangrijkste acute en uitgestelde symptomen en effecten :
Indien materiaal binnendringt in de longen, kan dit onder andere resulteren in de volgende verschijnselen en symptomen: hoesten, naar adem snakken, piepende ademhaling, moeilijkheden met ademhaling, beklemming op de borst, kortademigheid en/of koorts. De traumatisering van de ademhalingswegen kan zich enkele uren na de blootstelling openbaren. Verschijnselen en symptomen van huidirritatie kunnen onder andere zijn een branderig gevoel, roodheid, zwelling en/of blaren.

Vermelding van de vereiste onmiddellijke medische verzorging en speciale behandeling :
Behandel symptomatisch.

 

(Bron MSDS)

 

Controle na bunkeren

Alvorens de leveringsbon af te tekenen, is het raadzaam eerst de bunkers te controleren op juistheid van de geleverde hoeveelheid. Klopt dit, dan de bon pas aftekenen.

Ruim de spullen op die zijn klaargezet voor levering en sluit de vulopeningen af met de vuldop.

Ruim de gebruikte meertrossen op.

 

 

Wetgeving en overige informatie

  • Arbowet Art.5
  • ROSR 8.05 en 8.06
  • BPR                                                    
  • RPR
  • Artikel Nove, (branchevereniging van brandstofleveranciers): “Bunkeren doe je samen: bunkeraar en bunkerwacht” (BIJLAGE)